logo
Website Fred en Trudie
Home
Welkom
Gastenboek
Reisverslagen
Cruise 2022
Valencia 2022
Kos 2021
Midwolda 2021
Heino 2020
Caribbean 2020
Polen 2019
Cruise 2019
Griekenland 2018
Kos 2018
Wenen 2018
Cruise 2017
Wenen 2017
Kos 2016
Portugal 2016
Cruise 2015
Australie 2014
Cruise 2013
Griekenland Kos 2012
Caribbean 2011
Spanje 2011
Italië Basilica 2010
Noord Limburg 2010
Madrid 2009
Australie 08/09
Istanboel 2008
Spanje Andalusie 07
Lissabon 2007
Praag 2007
Sardinië 2006
Griekenland 2006
Nieuw Zeeland 2005
Brussel 2005
Italie Calabrie 2004
Dag 1/2
Dag 3/4
Dag 5/6
Dag 7/8
Dag 9/10
Dag 11/12
Dag 13/14
Dag 15/16
Dag 17/18
Australie 2002
Sicilië 2001
Fotoalbums

9 september
Bella Italië, wat is het leven hier goed. Na de ervaringen van gisteren had Trudie nog een mooie route uitgestippeld. We zouden in de buurt van de Agritourismo blijven maar wel een bergroute rijden. We zaten alleen aan het ontbijt omdat we nog de enige gasten waren. Het toeristenseizoen loopt hier af. Om 10.00 uur vertrokken we richting Stilo voor een bezoek aan een oude byzantijnse kapel uit het jaar 1000. Stilo ligt vlak bij de agritourisme maar wel bergopwaarts. Nadat we de auto hadden geparkeerd moesten we omhoog lopen via allerlei kleine straatjes om de kapel te bereiken. Het was 28 graden dus klimmen, vergt een hoop inspanning. Uiteindelijk werd de klim beloond. Een mooi klein kapelletje was het bezoek waard. Mooie fresco’s en een fenomenaal uitzicht. Ook was er een Noorman kasteel echter dit konden we niet vinden. We vervolgden de rit naar Bivongi wat nagenoeg vast lag aan Stilo. Een waterval was hier de bezienswaardigheid echter het heeft al maanden niet voldoende geregend zodat er niet één straaltje te zien was. Erg jammer. Het volgende plaatsje was Pazzano, een bedevaartplaats. Eremo di Santa Maria della Stella was hier te bewonderen. We wisten niet wat we moesten verwachten maar wel dat het in een grot was. In het plaatsje werd met een bord aangegeven dat het nog acht kilometer rijden was. Uiteindelijk klommen we door naar 1450 meter langs een steile route met veel haarspeldbochten. We moesten van deze weg af en kwamen boven op een klein platform waarop torens met enorme antennes stonden. Enkele werklui waren bezig zodat ik even vroeg of het nog ver was. Ja, we moesten nog verder, maar de weg werd nu wel smaller en slechter begaanbaar. Nu, die auto is toch wel een uitkomst op die smalle weggetjes. Het laatste stuk stapte Trudie uit omdat ze het niet prettig vond. We kwamen bij een huis wat achteraf een klooster bleek. We liepen er omheen en vonden een bordje en een trap. De trap, met zo’n 50 treden, was de ingang van een grot die ons leidde naar een klein kapelletje met banken en een beeld van moeder Maria. Het was werkelijk fantastisch en we kregen een klein beetje het gevoel, zeker gezien de hoogte waar we op zaten, van een echt heilige plaats dicht bij de hemel. Het was moeilijk om weer weg te gaan want het was zo vredig, maar we moesten door. Terug naar beneden vervolgden we onze weg. Trudie had gezien dat er een passo was, wat voor een vergezicht toch wel mooi is. Passo di Pietra Spada. We moesten weer van de doorgaande weg af om weer verder omhoog te klimmen. Het klink raar maar je rijdt eigenlijk om de berg heen of van berg naar berg en wil je verder op dezelfde berg dan moet je weer een andere weg op. Je komt hier geen kip tegen. Gelukkig maar want de wegen zijn amper breed genoeg om met één auto te berijden. Achteraf bleek het niet zo’n succes te zijn. De weg was erg beschadigd en de pas was snel gepasseerd, waarop we weer steil naar beneden reden. Trudie zat met kromme tenen en voelde zich niet op haar gemak. Het was misschien ook niet zo verstandig van ons. Maar ja, er woonde hier ook mensen in de enkele huizen die we tegen kwamen en die reden hier ook met de auto’, zij zijn het weliswaar gewend. Toen we uiteindelijk beneden waren botste we bijna op een auto die ons geheel niet in de gaten had, de Italiaanse bestuurder keek ergens anders na en verwachtte nooit dat er hier nog mensen naar beneden kwamen. Toeteren en hij schrok. Niet verwonderlijk want we stonden in een droge rivierbedding die je met een terrein wagen wel kan berijden, maar met een Clio wordt dat wat moeilijker. D’r zat niets anders op dan het hele stuk weer terug te rijden. Sommige delen waren zo steil, dat had je op de heenweg niet zo in de gaten omdat je naar beneden reed maar nu terug, dat Trudie uitstapte en omhoog liep en ik soms dacht kom ik nog wel boven. Ik was geen moment bang echter achteraf was het niet echt verstandig geweest. We hebben het gehaald maar bedenken ons een volgende keer wel. We reden terug naar de doorgaande weg voor het dorp Monasterace. Hier waren overblijfselen van een Romeinse nederzetting. We konden het eerst niet vinden. Het lag verscholen langs de kust aan de snelweg. We hadden de auto geparkeerd, zoals alle Italianen doen, asociaal en liepen er, naar we dachten zo op af. Dat viel tegen want er was geen enkele normale toegang dus we verschaften ons die toegang door over de vangrail van de doorgaande snelweg te klimmen, waar we via een tunneltje de andere kant bereikte en vlakbij de opgraving kwamen. Ons niet realiserende dat het wel eens niet voor publiek toegankelijk was. De spoorrails hinderde een verdere doorgang zodat we niet verder kwamen dan het maken van een foto. Daarna terug naar de agritourismo, lekker nog even zwemmen en opknappen om vervolgens om 20.00 uur weer aan te schuiven voor het diner. Ook ditmaal was het weer een waar feest. Vooraf soep, niet zulke als thuis maar gemaakt van risotto rijst met allerlei heerlijke groente. Het leek meer op pap maar je at je vingers er bijna bij op. Hierna vis, kabeljauw maar heerlijk bereid met allerlei kruiden omringt door aardappels en groentegerechten uit Calabrië. Als toetje fruit en koffie. Het leuke hier op deze agritourismo is dat de familie ook gelijk met ons eet, ze zitten alleen niet bij ons aan tafel. Het schept echter wel een soort band want je voelt je helemaal thuis. Om 21.15 uur lagen we in bed.

10 september
Vandaag een heerlijke rustige dag gehad. Na het ontbijt vertrokken we naar Severato. Hier was een gigantische markt. Een grote groente, vlees en vismarkt en een non-food markt. Maar eentje met zoveel kraampjes, dat we halverwege zijn afgehaakt. We hebben nog niet zo’n grote markt meegemaakt. Na een bezoek aan het Internet café reden we rond het middaguur weer zuidelijker. Omdat de siësta begon zijn we eerst naar het strand gegaan. We lagen er weer in ons eentje. Het was wel warm, veel bewolking en er stond en hoop wind. In een supermarkt hadden we broodjes en beleg gekocht zodat we onze lunch op het strand deden. Om 15.30 uur verlieten we het strand voor een bezoek aan Caulonia. Een middeleeuws stadje, waar diverse kerken stonden die de moeite van het bezichtigen waard waren. Eén ervan was de mooiste de Chiesa dell Immacolata sec XVIII. Het stadje alleen al was de moeite waard, de tijd had er stilgestaan. Mooie huisjes en pleintjes en kleine straatjes gaven het een schilderachtig uiterlijk. Op straat vroegen we aan een vrouw of zij wist waar de kerk was. Zij was bracht ons er heen. De kerk werd alleen gerestaureerd en was gesloten. Er werd gewerkt, maar Fred zou Fred niet zijn, hij wierp al zijn charmes in de strijd en vroeg op zijn beste Italiaans of de kerk nog bezichtigd kon worden of dat hij gesloten was. Het Italiaans was zo goed dat de aanwezige aannemer in de lach schoot en ons meenam in de kerk. Dat was natuurlijk geweldig maar ook het kerkje was schitterend om van binnen te mogen bezichtigen. Na dit avontuur ging de reis door naar Rocella. Een plaats aan de Ionische kust waar een groot kasteel te zien was. We moesten met de auto aardig klimmen maar zo als altijd, je kunt in Italië bijna alles met de auto bereiken zo ook dit dus. Het kasteel stond in de steigers maar je mocht er wel rond lopen. Ook het uitzicht was mooi. Na dit alles reden we terug naar de agritourismo. Er waren weer Nederlanders naast onze kamer die we al eerder in Le Farnie hadden ontmoet. We hebben gezellig samen gegeten. De eigenaresse was druk bezig met het inmaken van tomaten. Ik, Fred heb nog een poosje met haar staan te praten op mijn beste Italiaans. Uit haar woorden begreep ik dat de overheid het agritourisme promoot in het zuiden van Italië echter de ontsluiting/infra nog erg primitief is. Dat klopt ook want de enige grote weg de autostrada die er is loopt langs de westkust. Het overige verkeer moet via provinciale of nog kleinere wegen die voor een groot deel via de bergen lopen en er niet doorheen. In het overige deel van Italië is de infrastructuur al beter aangepast. Ik zal je zeggen dat rijden op deze wegen noodzaak is en enkele malen leuk maar ik toch behoorlijke pijn in de schouder heb van alle bochten en uitwijkingen voor gaten in de weg die we hebben moeten maken. Het grote toerisme blijft zo toch weg. De agritourisme Villa Vittoria maakt op produceert 100.000 liter olijfolie. Tevens staan er zo’n 500 sinasappelbomen en een gelijkaantal citroen bomen. Het is dus een grote azienda. Ook moeten ze net als in Nederland voldoen aan allerlei kwaliteitseisen die er ook niet om liegen. Zo dat was even ter lering en vermaak. De avondmaaltijd bestond vandaag weer uit een heerlijke pasta, gestoofd geitenvlees en gevulde aubergines met heerlijke salade. Om 22.15 uur lagen we in bed.