logo
Website Fred en Trudie
Home
Welkom
Gastenboek
Reisverslagen
Cruise 2022
Valencia 2022
Kos 2021
Midwolda 2021
Heino 2020
Caribbean 2020
Polen 2019
Cruise 2019
Griekenland 2018
Kos 2018
Wenen 2018
Cruise 2017
Wenen 2017
Kos 2016
Portugal 2016
Cruise 2015
Australie 2014
Cruise 2013
Griekenland Kos 2012
Caribbean 2011
Spanje 2011
Italië Basilica 2010
Noord Limburg 2010
Madrid 2009
Australie 08/09
Istanboel 2008
Spanje Andalusie 07
Lissabon 2007
Praag 2007
Sardinië 2006
Dag 1/2
Dag 3/4
Dag 5/6
Dag 7/8
Dag 9/10
Dag 11/12/13
Dag 14/15
Dag 16/17/18
Dag 19
Griekenland 2006
Nieuw Zeeland 2005
Brussel 2005
Italie Calabrie 2004
Australie 2002
Sicilië 2001
Fotoalbums

Dag 16
Om 7.45 uur ging de wekker. Wat een onrustige nacht, blijkbaar door de vele wijn. Trudie had meerdere malen gepord om mij te laten stoppen met snurken. Op naar het ontbijt. Dat viel erg tegen. Maar ja, dat was de eerste keer in al die dagen. Ik kreeg koffie in een soepkom en tot overmaat van ramp gooide ik er geitenmelk bij. Een combinatie die niet echt lekker is. Morgen neem ik thee of melk ik de koe zelf. Na het ontbijt opweg voor een mooie route die Trudie had uitgestippeld. Een route langs de Tempio van Supissa op de weg tussen Bitte en Orune. De wegwijzers hier naar toe klopten niet en verwezen ons naar het dorp. Al snel raakten we de weg kwijt en tot overmaat van ramp belanden we met onze grote Renault in een doodlopende nauwe straat. Gloeiende, gloeiende ……Er zat niets anders op dat Trudie uitstapte want de auto moest worden gekeerd en het is geen fiat 500. We hadden het geluk dat er twee garages waren die een kleine verbreding aan de straat gaven. Ik kreeg weer de Domus van Janus aanval weer die rot auto keren. Maar ja wat moet je. Op aanwijzing van Trudie en toeschouwers uit het raam kreeg ik het beschadiging voor elkaar. Hiep hiep hoera voor de handrem. Weg hier en weg van die vervelende tempel. Uiteindelijk de grote weg bereikt en bij Posada van de weg af voor de bezichtiging van een kasteel wat beter afliep. Het enige was dat Trudie haar bergschoenen met hakken aan had en de zondagse rok want we zouden naar een heilige tempel. Het bezoek was de moeite waard. Het kasteel ligt op een hoge rots dus juist schoeisel is een vereiste. Dit werd bij de ingang nog eens benadrukt, echter dat lazen we pas toen we er uit kwamen. Uiteindelijk besloten we de route in te korten en toch nog een uurtje naar het strand te gaan. Heerlijk, want het was erg warm. Voor we het strand bereikte passeerden we een terrein waar een groot feest aan de gang was bij de kerk. Kraampjes etc. je kent het wel. Stoppen natuurlijk langs de kant van de weg, want dat doen ze hier allemaal. Wel of geen parkeerverbod. Alleen naast de weg zat een diepe greppel. Wij zagen die wel tijdig echter een bestuurder van een FIAT Panda die tegelijkertijd arriveerde niet. Die reed er dus in en de auto stond geheel schuin en dreigde op z’n kant te gaan. Snel uitstappen en proberen te helpen voor er meer schade zou ontstaan. Mensen overstuur echter in je eentje doe je niet veel. Al snel kwam er hulp van diverse kanten en al duwend aan de zijkant en van achteren kregen we de auto op de weg. We maken wat mee. Vanhier heerlijk naar het strand. Terug reden we van Sinuscola richting Lode met een afslag naar Lula en een uitzonderlijk mooie bergpas op. Die ons wederom naar 1050 meter bracht. Wel enorm veel bochten maar de moeite waard. Terug naar de snelweg die ons wederom naar de Agri bracht. Wat we vanavond eten proeven we zo.

Dag 17 en 18
Vandaag vertrokken we na het ontbijt naar Orosei. Op weg hierheen raakten we verzeild in Galtelli. Een verschrikkelijk leuk Italiaans plaatsje. Een kleine wandeling door dit dorp bracht je bij bijzondere en schitterende kerkjes. Het oude Italië was hier terug te vinden. De moeite waard van een bezoek en het stond niet in de reisgids. We reden door naar Orosei. Dit viel in het niet bij wat we in het vorige plaatsje gezien hadden. Volgens de boeken moet dit een mooie plaats zijn met kleine straatjes en doorkijkjes. Dat was wel zo maar het miste iets. We kunnen dat niet goed onder woorden brengen. We vervolgden onze reis naar Marina di Orosei, de kust. Een mooi lang strand waar we de plaatsjes voor het uitkiezen hadden. Een paar uurtjes strand en de terugreis aanvangen, want we zouden nog een bezoek brengen aan Nuoro. Een grotere stad en één van Sardinie’s belangrijkste centra. Ook hier veel lof volgens de reisgids een bezoek waard met bijzondere bezienswaardigheden. Wij vonden het niet echt bijzonder. Rond half zes verlieten we de stad en reden we terug naar de Agri. Het avondeten was weer bijzonder. Pasta, schapenvlees, doperwten en paddestoelen. Ricotta, fruit en koffie toe. Bijna de laatste dag.

Dag 18
Om 8.45 uur ontbijten, de Italiaanse gasten gaan vandaag weg. Het waren bijzondere tafelgenoten. Een huisarts met partner, een journalist en een acteur met partner. We hebben erg veel gelachen tijdens het avondeten. Wij bezochten eerst een klein kerkje dat op de zijweg lag naar de Agritourismo. Er kwam eerst weer een hele kudde schapen aan die ons moest passeren met de daarbij behorende herder, ‘broer’ van de herder die we afgelopen week ontmoette en waar Trudie nachtmerries aan over had gehouden. Deze was in ieder geval niet zoenerig en handtastelijk, echter Trudie was op haar hoede. Het was een lieflijk kerkje. Vervolgens sloegen we verkeerd af zodat we na een kwartier het hele stuk weer terug moesten rijden. We bezochten achtereenvolgens, Orgosolo een dorp met allerlei schilderingen op muren ca. 250 door het hele dorp heen, Mamoiada met een bijzondere kerk en dit dorp staat bekend om zijn bijzondere maskers tijdens het carnaval. Hier vandaan reden we naar Fonni de hoogst gelegen stad van Sardinié op 1000 meter. Vervolgens door naar een groot stuwmeer Lago di Lusana. Een schitterend meer op 650 meter hoogte. Hier gingen we lunchen. We reden een weggetje in en vonden een mooi plekje lekker afgelegen en rustig aan de waterkant. Wie vind je hier. Ik had m’n zwembroek nog niet aan of er kwam een bus aanrijden over het weggetje waar je van dacht dat er zeker geen bus kon komen. Tafels en banken werden uitgeladen en op nog geen 50 mtr bij ons vandaan ging het Duitse reis gezelschap heerlijk zitten picknicken. Wij dachten hier in the middel of nowhere rustig te kunnen genieten. Maar goed we hebben effe lekker gezwommen en gegeten. Anderhalf uur later vertrokken de Duitse gasten en was onze tijd ook gekomen. Dus achter de bus aan want Trudie zei dat de bus vast en zeker naar de plaats zou gaan waar wij ook naar toe moesten; Sarule. In deze plaats worden nog ambachtelijk tapijten geweven. De bus stopte ergens onderweg zodat we er voorbij reden; weg bus. Wij vervolgden onze reis. We brachten een bezoek aan het heiligdom Nostra Signora di Gonari op 1050 meter hoogte. Een bedevaartskerk die via een 4 kilometer lange en steile bergweg te bereiken is en ligt op de top van een granietberg. Met de auto een vervelende weg naar boven, laat staan met een bus. Na 4 kilometer kom je op een soort plateau waar pelgrimshuisjes stonden. Een moeilijk begaanbaar kronkelig pad naar boven, leidde ons naar het schitterend kerkje met een adembenemend uitzicht over Sardinië. We hadden het end in de bek. In eerste instantie waren we alleen, totdat er een oudere dame verscheen. Hoe kwam die nu boven? En ja hoor, het was weer iemand van het eerdere Duitse reisgezelschap en al ras volgden er meerdere. Deze mensen waren al behoorlijk op leeftijd maar zagen toch kans om via het zeer moeilijk begaanbare pad naar boven te komen. En wat bleek de bus was dus ook helemaal naar het eerste plateau gereden. Die Duitsers staan ook voor niets. In Sarule konden we verder niets vinden van borduurwerk zodat we maar op huis aangingen. Er waren inmiddels weer nieuwe gasten. Vier Duitsers en twee mensen uit Australië. We hebben een hele gezellige avond met elkaar gehad en veel ervaringen uitgewisseld.